Met mijn zo goed als 51 jaren begin ik aardig te rammelen. Niet alleen in de bovenkamer, maar ook qua gewrichten en botten. Sinds kort weet ik ook wat zoal de oorzaken daarvoor zijn. Om er maar een paar op te sommen: scoliose, wervelschijfverschuivingen, scheuren in de lendenwervel, osteoporose en – zo goed als zeker – de ziekte van Bechterew (soort van reuma; momenteel onder andere 2 tennisellebogen en 2 ontstoken achillespezen). Mijn rechterknie is “leeg” (alles gescheurd, gerepareerd, gebroken en weer gescheurd, en de laatste, vierde operatie was dus een grote schoonmaak) en sinds mei is ook mijn linkerknie een puinhoop; verkalkingen, artrose, ingescheurde meniscus, verkleefde en eveneens deels ingescheurde binnenste knieband.
Ik kan u zeggen: pijn. Veel. En daar komt de overgang – inclusief overgewicht en tegenstribbelende organen – nog bovenop. Ik voel mij fysiek (mentaal nog net niet) een vet, oud wijf. Maar wonder boven wonder speel ik nog steeds tennis. Ik ren niet meer zo hard, maar de rest lukt nog aardig. Op de club heb ik al een bijnaam: bionic woman. Omdat ik inmiddels een half exoskelet in de vorm van braces en bandages aanleg, voordat ik de baan opga. Better safe than sorry. Ik ben dus het toonbeeld van krakkemikkigheid. Maar: ik gá. Pijn is fijn, peper ik mijzelf steeds weer in. Al word ik steeds ongeloofwaardiger voor mijzelf.
Maar toen zag ik een ander “oud wijf”. En ik viel van pure bewondering zowat van mijn kookkrukje (ik kook tegenwoordig zittend, want rugpijn). Ik staarde naar ’s werelds oudste, nog werkende (!) supermodel. Geboren in 1931 (en dus 91 jaar, laat dat even op je inwerken), een rank en slank, fit lichaam van heb ik jou daar en dito levensvreugde. De overgang al decennia geleden gepasseerd, maar jezus, wat een body! Wat een wief! Wie? Carmen Dell’Orifice. (Grappig: een ‘orifice’ is een lichaamsopening. Ik moest grinniken.)
Carmen stond op haar 15e al op de cover van Vogue. Dat was dus nog maar net na de Tweede Wereldoorlog! Ze kreeg een modellencontract voor $7,50 per uur. Ik neem aan dat dat tachtig jaar geleden best aardig was, maar het was niet genoeg om haar familie te onderhouden. Geld voor een buskaartje had ze niet, dus ging ze op rollerskates naar haar jobs. Toen al sportief! De enige sport die ik op mijn 15e bedreef, was Martini’s heffen in de lokale discotheek.
Carmen brak door, verdiende een hoop centen en ging op haar 28e, na haar tweede huwelijk, met een soort van vervroegd pensioen (toen begon ik net met werken…). Na haar derde scheiding was het geld echter op en dus begon ze in 1978 maar weer met modellenwerk. Het geld dat ze verdiende, stopte ze in aandelen, wat begin jaren ’80, zoals bekend, niet bepaald lekker liep (want crisis). Hop, alles weer kwijt. Verder modelleren maar weer. Vervolgens kwam ze ponzi-fraudeur Bernie Madoff tegen, gaf hem haar duiten, en ja hoor. Wéér alles foetsie.
Maar Carmen is als een kruising tussen catwoman en wonderwoman: niet kapot te krijgen, borsten vooruit en gewoon doorgaan. Ze is er weer bovenop gekomen. En nu, met haar 90+, is ze populairder dan ooit. Fragiel (altijd al extreem slank, of zeg maar ‘dun’), maar sterk. Haar lichaam zou je nog steeds perfect kunnen noemen; om jaloers op te zijn. En ze is dus ook nog lang niet levensmoe, dat blijkt.
Natuurlijk is zij gezegend met de juiste genen voor zo’n superbody; ze eet immers (altijd al) waar ze zin in heeft en aan calorieën tellen doet ze niet. Nooit gedaan ook. Maar ook zij heeft wel de nodige pijntjes en daarom doet ze elke ochtend haar oefeningen; ze beweegt, maar niet overdreven. En daarna zegt ze dan “goeiemorgen” tegen ieder lichaamsdeel. Misschien moet ik dat ook maar eens gaan doen. Kan ik na de bed-yoga nog lekker wat langer in bed blijven liggen, want dat begroeten duurt wel even bij mij.
Haar motto: “We are all works of art in progress and we must become our own production.”
Nice!
Maar ik vrees dat mijn lichaam, 40 jaar jonger dan dat van Carmen, al te ver heen is om ooit nog een ‘work of art’ te worden. Hooguit een abstract edoch mislukt schilderij van cellulitis-bobbels en striae-strepen. Daarom koekeloer ik nu maar vol overgave naar superfitte anderen. Niet alleen naar Carmen, maar bijvoorbeeld ook naar alle Ninja Warrior afleveringen die ik maar op tv kan vinden en bewonder ik vrouwen als Vera, die zelfs op 56-jarige leeftijd (en ouder…) nog fit tot-en-met zijn.
Daar zit ik dan. Stijfjes op de bank voor de tv, zachtjes voor mij uit prevelend: “Zo wil ik óók ooit nog worden…” Wetende dat dat nooit zal gebeuren. Nou ja. Ik vrees dat ik gedoemd ben om gewoon “normaal” oud te worden. Dik en kreupel. Dan nog maar een paar nootjes en een lekker glaasje (alcoholvrije) wijn. Morgen ga ik wel weer ‘bewegen’. Nordic Walken of zo. Misschien sta ik dan na de Derde Wereldoorlog ook wel op de cover van Vogue.