Zaterdagavond. Alles verandert steeds weer in hetzelfde. Tuinieren, boodschappen doen. Werken, kinderen met problemen. Met mams bellen, paar appjes sturen. Blog schrijven. En de belastingaangifte wederom uitstellen. Ik heb immers nog 25 dagen.
Zondag: repeat.
Het toeval wil dat The Truman Show weer eens op tv is. En ik kijk. Voor minstens de achtste keer. Deze film blijft me fascineren.
“Die weten alles. Alles wat je doet. Alles is nep. Iedereen kijkt naar je. Het is één grote show. Ga weg van hier!” Dat riep Lauren (in het echte leven Sylvia) op het strand, toen ze door haar plotseling opgedoken nepvader werd afgevoerd, als ware ze geestelijk gestoord. Een wappie.
Maar Lauren was geen wappie. Het klopte wat ze zei. Het leven is één grote show, waarin iedereen zijn of haar eigen hoofdrol speelt. Een paar prominente nevenrollen, een batch figuranten, en dat is het. Je leven. Uitbreken uit de koepel die jouw bestaan omvat: godsonmogelijk. En als je toch wat anders wilt, word je met alle middelen tegengehouden.
En ja hoor, daar is hij weer, die machteloosheid. Het overgeleverd zijn aan de grillen van hogere apen op de rots. In Trumans geval is dat dus één hoge aap: de regisseur en show-godfather Christof. Die apen bepalen hoe jouw leven heeft te verlopen. Alleen in je eigen kleine, vertrouwde micro-omgeving heb jij nog het roer in handen. Overal om je heen product placement, want het geld moet rollen. Je hebt het gevoel dat de hele wereld om jou draait, maar in feite is het precies andersom: jij draait enkel een paar rondjes door een nepwereld, die om heel andere, doorgaans commerciële zaken draait. En iedereen kijkt toe.
Een andere quote uit de film: “We accepteren de realiteit van de wereld die we voorgeschoteld krijgen. Zo simpel is het.”
De grote vraag is, wie schotelt ons die wereld voor? Wie speelt voor Allemans God? De media? De wereldlijke machthebbers? De regisseurs van een bedrijf, die jou als ‘product’ adopteren, zoals de ongewenste Truman geadopteerd werd om de ster van een commerciële reallife show te worden, waarin de toeschouwers alles wat ze zien, kunnen kopen? Truman had één ding in zijn voordeel: zijn wereld draaide daadwerkelijk enkel en alleen om hem. Die andere wereld keek slechts toe.
Niets kunnen beïnvloeden. Je verplicht overgeven aan je lot. Je voegen naar de grillen van een boven jou gestelde “regisseur”. En in het licht van de schijnwerpers je leven op de best mogelijke manier invullen, binnen de voorgegeven beperkingen. Tot je sterft. Dan is jouw show ten einde.
Wie maakt de storm in jouw universum? Wie heeft jouw ondergang in de hand? Wanneer bots je tegen jouw fake horizon, beklim je de trap naar de realiteit en stap je door de deur naar een nieuwe existentie? En áls je dat al lukt, dan blijft nog steeds de vraag: hoe echt is die wereld daarachter dan?
“You were real. That’s what made you so good to watch.”
Maar wat ís echt? Wanneer ben je authentiek? Je bent enkel echt binnen je eigen settings.
“There is no more truth out there than there is in the world I created for you. The same lies, the same deceit. But in my world, you have nothing to fear.”
De woorden van een ware levensdictator. Degene die jouw wereld beeldhouwt.
Ik ben benieuwd wie er bij mij toekijkt. Wie mijn wereld zijn ware vorm geeft. Wie mij mijn waarheden voorschotelt. Wat ís realiteit? Wat is fake? En wie om mij heen weet ervan? Wanneer bots ik tegen mijn eigen gelimiteerde horizon op? En waar is de trap naar de deur, die de exit blijkt te zijn? Wat zit er achter die deur? En wil ik dat überhaupt weten?
“It’s all true. It’s all real. Nothing here is fake. Nothing you see on this show is fake. It’s merely controlled.”
En dat is dat. En daarom geldt: Fake it till you make it. Out.
